Deze 6 labels moet je kennen, als je Fair Fashion wil kunnen herkennen tijdens het winkelen.
Deze 6 labels moet je kennen, als je Fair Fashion wil kunnen herkennen tijdens het winkelen.
De Global Organic Textile Standard certificeert het proces dat een katoenpluisje (of andere textielvezel) doorloopt: van grondstof tot biologische kleding. Het kijkt erop toe dat voor minimum 70% van de grondstoffen in een afgewerkt product afkomstig zijn van biologische landbouw. GOTS spreekt zich ook uit over arbeidsomstandigheden in de textielketen, zoals kinderarbeid, gedwongen arbeid, vakbondsvrijheid, en eerlijke lonen. Een eerlijke prijs voor de landbouwer is echter niet gegarandeerd door GOTS.
Inspecties vinden om de drie jaar plaats door gecertificeerde organisaties. Je kan zelf de echtheid van het GOTS label controleren door het licentienummer van de leverancier in te geven in op de website van GOTS: www.global-standard.org. Dat nummer vind je onder het label.
Een aan GOTS gerelateerd label is iVN Naturtextil. Dit was een van de stichtende partners van GOTS. Het iVN label is zeer gelijkaardig, maar op vlak van ecologie is het nog iets strenger dan GOTS.
iVN laat bijvoorbeeld minder soorten kleurstoffen toe. Ter vergelijking: een kledingstuk dat GOTS-gecertificeerd is, kan gekleurd zijn met koperkleurstoffen. iVN laat dit niet toe omdat bodem- en waterverontreiniging door zware metalen in sterke mate veroorzaakt wordt door de textielsector.
SA8000 is een certificaat dat toegekend kan worden aan een bepaalde productiesite (of een aantal productiesites gelegen in eenzelfde land van dezelfde eigenaar). Het is dus geen label voor een afgewerkt kledingstuk.
SA8000 is gericht op arbeidsomstandigheden. Het certificaat focust onder andere op kinderarbeid, gedwongen arbeid, veiligheid en gezondheid, vakbondsvrijheid, discriminatie, duur van de werkweek en eerlijke lonen. SA8000 neemt weinig ecologische maatregelen.
Inspecties vinden om het half jaar plaats door een onafhankelijke, geaccrediteerde organisatie. Om de drie jaar vindt minstens één onverwachte audit plaats. Aangezien het SA8000-certificaat toegekend wordt aan een specifieke productiesite, geldt het slechts voor een deel van de productieketen. Als een merk beweert dat kledingstukken SA8000 gecertificeerd zijn, moet je dus nog steeds opletten. Je vraagt best even na welke productiesite precies SA8000 gecertificeerd is.
Sustainable Textile Production is een label van OEKO-TEX® dat ecologische en sociale criteria combineert. Dit label zal je niet terugvinden op je kleding, wel steeds meer op de websites van kledingmerken. Het label hangt vast aan een specifieke fabriek, bijvoorbeeld één bepaalde spinnerij, weverij of naaiatelier.
Als een merk uitpakt met het label, kan je dus de vraag stellen welk stukje van de keten STeP-gecertificeerd is. Het label gaat erg ver op ecologisch vlak en op vlak van gezondheid, maar minder op sociaal vlak: voldoen aan wettelijke vereisten, zoals het betalen van het wettelijk minimumloon, is voldoende om het label te behalen.
Inspecties vinden zowel aangekondigd als onaangekondigd plaats, en gebeuren door onafhankelijke OEKO-TEX®-instituten.
Lid worden van de World Fair Trade Organization kan pas als een bedrijf bewijs levert dat het hun tien fairtrade principes juist toepast.
Een bedrijf moet kansen creëren voor wie het minder goed heeft, transparant zijn, eerlijk handel drijven, eerlijke lonen betalen en niemand dwingen om te werken – al zeker geen kinderen.
Het moet ook gelijkheid, goede werkomstandigheden en capacity building garanderen, fair trade promoten en respect tonen voor het milieu. Omdat deze sociale elementen overwegen, is WFTO eerder een sociaal label. De enige ecologische verplichting is dat de nationale en lokale milieuwetgeving moeten worden gevolgd en dat ze hun strategie richten op continue verbetering.
Het label beweert de hele productieketen aan te pakken. Er is echter geen duidelijk monitoringsysteem voor de leveranciers van de WFTO-leden.
Het Fairtrade Textile Production label is het label van Fairtrade International voor afgewerkt textiel. De standaard bestaat uit kerncriteria en ontwikkelingscriteria.
Om het label te krijgen, moet voldaan worden aan alle kerncriteria en moet een minimumscore gehaald worden op de ontwikkelingscriteria. De minimumscore wordt bepaald door FLO-Cert, het inspectie-orgaan voor fairtrade producten. Er moeten zowel sociale als ecologische kerncriteria behaald worden. Deze focussen onder andere op discriminatie, misbruik, kinderarbeid, gedwongen arbeid, veiligheid en gezondheid, vakbondsvrijheid, discriminatie, duur van de werkweek en eerlijke lonen. Daarnaast zijn er enkele specifieke criteria rond traceerbaarheid.
Het label dekt de volledige keten, van grondstof tot afgewerkt product. In verband met landbouw gelden de volgende criteria: de textielvezels kunnen ofwel fairtrade gecertificeerd katoen zijn (minstens 50% voor gewone kleding en 30% voor werkkleding), ofwel moeten ze voldoen aan één van de andere vermelde certificatieschema’s.