Niemand is harder getroffen door deze pandemie dan kledingarbeidsters in productielanden. Dat vertelt vakbondsactivist Kalpona Akter aan de lijn vanuit Dhaka, de hoofdstad van Bangladesh. De oplossingen die ze aanreikt, zijn haalbaar voor elke consument: voer mee campagne en spreek overheden aan. ‘Voel je niet schuldig, maar doe iets.’
Als ik Kalpona Akter voor het eerst ontmoet, bijna drie jaar geleden, hangen er ballonnen aan de muur van haar bureau naast een drukke verkeersas in Dhaka. Noch mijn geheugen, noch mijn notitieboekje herinneren mij wat er juist te vieren was, die winterse, mistige dag in de hoofdstad van Bangladesh. Wat ik me wel glashelder voor de geest kan halen, is de jovialiteit die Kalpona uitstraalt, de uitbundige lach waarmee ze ons binnenleidt naar het kantoor van haar organisatie, het Bangladesh Centre for Worker Solidarity.
Die brede glimlach staat in schril contrast met de ernst die ik op haar gezicht aflees als ze over de textielindustrie praat, de bevlogenheid waarmee ze problemen duidt en oplossingen benoemt. Nooit eerder sprak ik iemand zo enthousiast in al haar bezorgdheid. Nooit eerder was ik zelf zo overtuigd van het belang van dit thema, deze problematiek, de gedeelde missie van Kalpona, ikzelf en al wie dit artikel momenteel leest.