Riet, biet en de macht van de suikerlobby

Suiker is een van de meest waardevolle landbouwproducten. In 2016 was het de op één na meest gecultiveerde grondstof ter wereld. Een Belg at gemiddeld zo'n 95 gram suiker per dag, het equivalent van 27 klontjes! Het is duidelijk dat veel producten suiker bevatten, ook die je niet zou verwachten, zoals pasta en brood. Daarom is het essentieel dat de productie ervan op een sociale en ecologische manier gebeurt.

De suiker die je in onze winkels vindt, is gemaakt van suikerriet of suikerbiet. Suikerbieten worden geteeld in koudere klimaten en groeien daarom vooral op het noordelijk halfrond. Suikerriet daarentegen wordt verbouwd in tropische landen, zoals Paraguay, Malawi, Brazilië, Colombia, India en Mozambique. Door het ideale klimaat in het Zuiden en de kleinschalige landbouw is het mogelijk om de plant op een milieuvriendelijke en efficiënte manier te telen.

Toch zien we nog steeds dat de handelsregels zijn geschreven om te passen bij de grootschalige, industriële monocultuur uit Europa en Noord-Amerika (die het milieu en klimaat wereldwijd schaadt) en dat kleinschalige boeren kansen worden ontzegd. Kleine boeren hebben weinig invloed op de complexe en omvangrijke wereldwijde suikerindustrie. Ze moeten concurreren met landen die meer financiële middelen kunnen besteden aan de suikerproductie en die meer politieke macht hebben om hun suikerindustrie te promoten en te subsidiëren.

Suiker 2

Daarnaast kunnen de boeren die suikerriet kweken moeilijk overleven van hun inkomsten. De prijs die ze krijgen voor het verkopen van hun riet aan suikerfabrieken volstaat vaak niet om hun productiekosten te dekken. Hierdoor komen ze in een schuldenval terecht, waarbij nieuwe schulden gemaakt worden om oudere schulden af te lossen. Er is maar weinig geld om te investeren in hun boerderij, waardoor ze moeilijk kunnen inspelen op de uitdagingen van de veranderingen op de markt, zoals nieuwere en betere technologieën. Dit alles heeft gevolgen voor de hele gemeenschap. Suikerrietproducenten zijn vaak afhankelijk van hulp van hun familie. Dit heeft als gevolg dat de mensen minder kansen hebben op onderwijs en dat de armoedecirkel wordt bestendigd.

Om de positie van die kleinschalige suikerrietboeren en de gemeenschappen die afhankelijk zijn van de teelt te verbeteren, werd er in de jaren ‘90 voor het eerst Fairtradesuiker gelanceerd. De boeren krijgen betere toegang tot internationale markten en verwerven vaardigheden om beter te kunnen concurreren op de wereldmarkt door de Fairtradecertificatie en de samenwerking met suikerrietverwerkers. Met de Fairtradepremie kunnen de boeren investeren in zaken die nodig zijn, wat leidt tot meer ecologische en duurzame productie.

Het is juist dat duurzaam landbouwmodel dat moet primeren op de grootschalige industriële monocultuur, als we uiteindelijk onze globale impact op het milieu willen verlagen. Het is belangrijk om duurzaam geteelde rietsuiker uit het Zuiden een rechtvaardige kans te geven en een plekje te bezorgen in de winkelrekken, naast duurzaam geteelde bietsuiker uit het Noorden.

Interessant artikel? Vertel het voort!