Ethische consumenten inspireren kan Safia als de beste. Als ontwerpster met twee volle kleerkasten – én een heus textielarchief – weet ze hoeveel belang vrouwen aan kledij hechten. Ook beseft ze dat de (massa)consumptie van kledij eigenlijk niet duurzaam is. “Al ga ik allicht mijn job verliezen als ik daar te hard op doorhamer”, lacht zij.
Het relaas van People Tree, intussen al 25 jaar (!) de referentie op vlak van eerlijke mode doorheen de volledige textielketen, zette het publiek aan om kritische vragen te stellen. Zo wilde iemand weten wat nu het meest duurzaam is: tweedehandskledij of fair fashion? “Geen kleren kopen”, klonk haar antwoord dus. Meteen nadien gaf ze toe dat tweedehandskledij meer ecologisch verantwoord is dan People Tree. “Maar stel dat je je toch iets nieuws aanschaft, kies dan voor fair fashion”, luidt haar devies.
Op internationale vrouwendag zette zij dan ook in de kijker hoe haar businessmodel vrouwen in ontwikkelingslanden vooruit helpt. Dat illustreert ze met een van de technieken waarmee ze haar kledij laat maken: handweven. “Geloof het of niet maar handweven is een erg mannelijke nijverheid in Bangladesh. Wij hebben nu 50 vrouwen in dienst die dat weefproces doen samen met de mannen. Zo tonen ze aan dat ook vrouwen kunnen handweven!”
Natuurlijk moeten vrouwen niet enkel op gebied van weven belangrijker worden. “Ook willen we meer vrouwen in managementfuncties krijgen”, zegt Safia. Die managers wil Safia vervolgens tonen wie hun kledij allemaal draagt. “Zoals de documentaire ‘The True Cost’, die Gent Fair Trade in augustus vertoonde in de Studio Skoop, laat zien, nemen we hen mee naar Londen en laten wij hen kennismaken met klanten. Zo zouden ze heel erg blij zijn om erbij te zijn bij deze lezing en te zien hoe de zaal afgeladen vol zit met mensen die geïnteresseerd zijn in eerlijke mode.”
Safia is er rotsvast van overtuigd dat de kledingindustrie wel degelijk het verschil kan maken. Bijna nergens zijn er immers meer mensen tewerkgesteld. Als meer mensen eerlijke mode kopen en er meer aanbod gecreëerd wordt, kan dit dus een wezenlijk verschil betekenen.
“Daarom word ik echt kwaad van succesvolle vrouwen die het geld en de middelen hebben om eerlijke kledij aan te schaffen, maar die toch nog steeds de grote merken verkiezen. ‘Kijk, ik heb dit gekocht voor vijf euro’, zeggen ze dan. Dat is toch onvoorstelbaar?”, aldus Safia.
De ontwerpster vindt wel dat de grote merken die een poging doen om biokatoen te integreren in hun productie, daarin moeten aangemoedigd worden. “Die merken zijn niet fair, maar ze worden zich meer bewust van de noodzaak van eerlijk textiel. Maar toegewijde ethische consumenten moeten blijven de pioniers ondersteunen”, blijft Safia voet bij stuk houden. Pioniers blijven het thema immers onder de aandacht brengen en bieden echt het noodzakelijke alternatief.
In haar boek ‘Slow Fashion. Aesthetics meets Ethics’, dat eind deze maand uitkomt, pleit Safia er dan ook voor om het tempo waarin we shoppen én kleding produceren te verlagen. “Ja, fair trade doorheen de hele keten op grote schaal is mogelijk. Alleen is het niet evident en hebben merken tijd nodig om dat productieproces juist te krijgen. Om de week een nieuwe collectie uitbrengen, zit er dus niet meer in.” Nodig vindt ze dat allesbehalve, en ze is niet alleen. “Niemand wordt nog gelukkig van de manier waarop we vandaag shoppen: gehaast, onpersoonlijk, vaak online.”
Fair trade winkels, die echt rond een concept draaien en dat ook uitstralen, brengen daar volgens Safia verandering in. Om die reden heeft ze in ‘Slow Fashion’ een aantal adressen opgenomen. Zo toont ze dat er duidelijk wél een alternatief is. Dat doet ook Gent Fair Trade met zijn eigenste inspiratiegids met Gentse winkels, die naar lieve lust uitgedeeld werd op het evenement. Volgende maand komt de tweede versie van die gids uit, met nog meer inspiratie, nog meer alternatieven, zonder excuses om de kat uit de boom te kijken.