Thee, het felbegeerde product en zijn ondergeschikte producent

Een warm dekentje, een mooie film en een dampende kop thee, meer heb je niet nodig om het thuis gezellig te maken. Thee is een felbegeerd product in Europa en de totale consumptie blijft jaarlijks stijgen. Ook hier bij ons wordt het in veel omstandigheden gedronken. Alleen of met anderen. Voor de gezelligheid of om tot rust te komen. Tijdens het vieruurtje of tijdens een ander pauzemoment.

Thee2

Thee wordt gemaakt van de knoppen en bladderen van de theeplant en kan het hele jaar door geoogst worden. Hoewel de term thee in de volksmond ook gebruikt wordt voor infusies van kruiden -kamillethee of jasmijnthee-, bevat thee in principe steeds bladeren van de theestruik. De theeplant groeit het best in warme en vochtige streken op een zekere hoogte. China, Kenia, Sri Lanka en India zijn de grootste thee producerende landen.

Ondanks dat thee vaak geassocieerd wordt met rust en gezelligheid, schuilt er een heel ander verhaal achter de productie ervan. Theeproducenten en -arbeiders kunnen geen munt slaan uit het felbegeerde product dat in het Noorden niet geproduceerd kan worden. Oxfam berekende dat 85% van de wereldproductie is in handen van slechts zeven voedingsbedrijven. De productie ervan vindt plaats op grootschalige theeplantages, de theetuinen.

Thee1

Deze machtsconcentratie en grootschalige teelt zorgt ervoor dat de werknemers geen onderhandelingsmacht hebben. In de theeregio’s is er immers weinig alternatieve werkgelegenheid, en dat resulteert in lage lonen, lange werktijden, zwaar werk, het ontbreken van arbeidsrechten en erbarmelijke omstandigheden waarin ze moeten leven. Er zijn wel kleinschalige boeren die thee telen, maar ook zij ontsnappen niet aan de ondergeschikte machtspositie. De boeren moeten concurreren tegen de grote plantages en andere kleine percelen, ze hebben vaak minder marktinformatie en beschikken niet altijd over de nodige middelen om de kwaliteit van hun producten en productiviteit van hun bedrijf te verhogen.

Tevens krijgen zij ook te kampen met enkele handelingsbelemmeringen, zoals de invoertarieven bij export van thee en de veilinghuizen waar kopers en verkopers met elkaar geconfronteerd worden en de wereldmarktprijs bepaald wordt. Die veilinghuizen zijn nadelig voor de theeproducenten omdat de kopers samenwerken en niet tegen elkaar opbieden, wat de prijzen laag houdt. Hierdoor verdienen boeren maar een fractie van de prijs die voor thee wordt betaald.

Naast de sociale impact, zijn er ook grote ecologische gevolgen. De grootschalige theeproductie gaat vaak gepaard met veelvuldig gebruik van chemicaliën, en er wordt gewag gemaakt van ontbossing, bodem- en watervervuiling.

Er zijn veel keurmerken en labels die zich inzetten voor theegemeenschappen. Zo zet bijvoorbeeld Ethical Tea Partnership zich in voor eerlijkere, betere en duurzamere thee-industrie voor werknemers, boeren, hun families en het milieu. Veruit het grootste label is dat van het recent gefuseerde UTZ & Rainforest Alliance. De grootste theemerken hebben bijna zonder uitzondering een deel van hun aanbod dat UTZ/Rainforest Alliance-gecertificeerd is. Wat de betrouwbaarheid van dit grote label is, zal nog moeten blijken.

Thee

Fairtrade International en Oxfam Fairtrade proberen actief zowel de situatie van de kleinschalige theeboeren als die van de arbeiders op de theeplantages te verbeteren. De standaarden zetten in om de arbeidsomstandigheden te verbeteren, de rechten te beschermen en steun te bieden aan leden van coöperaties. Via deze standaarden krijgen de arbeiders en boeren meer zeggenschap en kunnen ze hun inkomen verhogen. Ook wordt er op die manier een minimumprijs voorzien die fungeert als vangnet tegen de onvoorspelbare markt en een bijkomende Fairtrade premie.

Door te kiezen voor eerlijk en duurzame thee kunnen we onze goede associaties met thee doortrekken tot bij de arbeiders en boeren!

Interessant artikel? Vertel het voort!